dinsdag 11 oktober 2011

Hoe ik oversprong op bonen

Ik weet het nog precies. Het was een mooie, warme avond in april. Ik had in Driebergen gegeten met een vriendin en we zaten buiten in de tuin. Op de terugweg nog wat twitteren om de tijd te doden en daar gebeurde het. Een paar voedselfanaten was met elkaar in discussie over het eiwitgehalte van peulvruchten. En dat het toch merkwaardig was dat weinigen de boon op waarde schatten. Ik realiseerde me met een schok dat ik, hoewel ik zo’n twintig jaar van mijn leven nauwelijks vlees had gegeten, ik ook vrijwel geen bonen consumeerde. Dat is raar! Binnen tien minuten groeide op twitter,  inmiddels aangemoedigd door Willem & Drees en de Bruine Bonenbende en vele anderen, het plan om 40 dagen bonen te gaan eten. Dit als vervolg op mijn vorig jaar rond deze tijd gestartte zoektocht ’40 dagen duurzaam eten’.

Kort daarop publiceerde Foodlog een stuk van Melchior Meijer over onze hang naar koolhydraten. Hoe we, door granen, aardappelen en suikers te consumeren, ons de hele dag door gevangen weten in een web van koolhydraten. Hoe je hersenen daarop reageren met een constante hang naar nog meer glucose. En dat je dit alleen maar kunt doorbreken door anders te gaan eten. Hoewel ik mijzelf als een intelligent wezen beschouw en het een en ander over voedsel heb geleerd in de loop van mijn leven,  realiseerde ik me nooit dat mijn voortdurende hang naar zoetigheid en mijn constante strijd met mijn gewicht ook samenhing met de consumptie van brood, pasta en aardappels!
Een bezoek aan de diëtiste deed vervolgens de rest. Resoluut deelde ze mij mee dat een menu met minder koolhydraten en meer eiwitten mij van mijn constante trek zou afhelpen, mij zou doen afvallen en dat ik er een stuk gezonder door zou worden. En, zo voegde ze er eigener beweging aan toe, dat zou ik het beste kunnen bereiken door vooral veel peulvruchten te eten. Meer aanmoediging had ik niet nodig en ik ging subiet van start met de bonen-rijke periode in mijn leven. Aangemoedigd door Berdien Siere (@kleuropjebord) die ik in diezelfde periode leerde kennen, maakte ik de heerlijkste schotels. Ik bakte gewoon lukraak wat groenten die ik in huis had in een pan, voegde daar capucijners, kikkererwten, linzen of zelfs witte bonen in tomatensaus aan toe en klaar was ik. De kaas op brood ruilde ik in voor humus en avocado en zo at ik met een paar simpele ingrepen een heleboel minder koolhydraten en dierlijke eiwitten. Gezond, duurzaam, voedzaam maar vooral erg lekker. 
De ’40 dagen bonen’ muteerde, op initiatief van Bonen-bendelid Lizet Kruyff, tot een #bonenestafette. Steeds weer een andere enthousiasteling neemt het estafettestokje over van zijn of haar voorganger, begint vol goede moed aan twee dagen driemaal daags peulvruchten en twittert, blogt, beschrijft of verfilmt zijn ervaringen. En weet je van nu het rare is? Vanzelf gaan een heleboel mensen meedoen. Collega’s, vrienden, familieleden en medetwitteraars raken geïnspireerd. Culinair journalisten, koks en andere culi’s haken aan. Zelfs de Tweede Kamer organiseert binnenkort een Bonen-diner! Het geheim? Er niet over preken, maar het gewoon gaan doen. En daar zijn we zowaar terecht gekomen bij de essentie van waar de gewenste verandering in ons voedselsysteem vandaan moet komen. Geen studies, geen beleidsnota’s en geen masterplannen. Die hebben hun nut, maar zetten de boel niet in beweging. Er zijn namelijk niet drie grote knoppen om aan te draaien om de wereld gezond en duurzaam te laten eten. Er zijn slechts duizenden kleine knoppen. Wij zelf moeten het verschil maken. Wij kunnen, gewoon door allemaal in ons eigen leven of in onze eigen organisatie, bedrijf of straat kleine stappen te zetten die, bij elkaar opgeteld, een enorme revolutie teweeg brengen.  Dát is voor mij de kern van de #bonenestafette.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten