zaterdag 2 april 2011

Over democratische aardbeien & het leven zelf

Velen geloven dat de enige manier is om naar een gezond en duurzaam voedselsysteem te komen, de macht over voedsel weer terug te geven aan mensen. Zodat mensen zelf kunnen bepalen op welk moment ze wat willen eten. Op dit moment bepaalt een handjevol inkoopbedrijven (zes om precies te zijn) wat er in Nederlandse supermarkten ligt en dus wat wij doorgaans eten. En wat eten wij? Veel houdbare en goedkope bulkproducten. Zodat het aanbod in supermarkten het hele jaar door ongeveer hetzelfde is: dezelfde producten tegen ongeveer dezelfde prijzen. Want daar houden de supermarktbazen van: voorspelbaarheid. Van leveringszekerheid, van constante kwaliteit (matig), van een doorstroom van producten die in hoge mate planbaar is.
Helaas is het leven zelf helemaal niet zo planbaar. Het regent, het vriest, het hagelt, soms schijnt de zon. Oogsten mislukken, of soms is er juist veel te veel. Er breken ziektes uit, zo nu en dan gaat er iets of iemand dood. Verdrietig, maar heel natuurlijk allemaal. Als je hiermee om weet te gaan als producent van voedsel, als je de scherpe kantjes van de natuur weet te bestrijden en de goede ervan weet te benutten, dan kunnen er mooie dingen ontstaan. Producten met echte smaken bijvoorbeeld. Gegroeid in het seizoen waarvoor ze ooit bedoeld waren, geplukt op het moment dat ze rijp zijn. Door hun volle smaak op geen enkele manier meer te vergelijken met de bulk in het schap van de super. En dus herkend door mensen die het leven zelf herkennen.  
Jan Robben is zo’n producent. Hij had de moed om een paar jaar geleden de lekkerste aardbeien van Nederland te gaan telen. Op de volle grond en door de zon gerijpt. Alle lusten en lasten die bij het leven van een aardbeienteler horen nam hij voor lief. Zijn darlings luisterden naar klinkende namen als Lambada, Elsanta, Mara des Bois of Florentin. Hij teelde ze met liefde, hij plukte ze op het moment dat ze echt rijp waren om te eten en hij hoopte dat er een heleboel mensen gelukkig van werden. Dat werden ze ook, die mensen. Maar er was één probleempje. Jan woont in een klein Brabants dorp en de mensen die gelukkig werden van zijn aardbeien wonen overal in Nederland. Aangezien zongerijpte aardbeien snel gegeten moeten worden, konden ze niet in doosjes naar de klanten worden opgestuurd. Maar belandden ze, of ze wilden of niet, uiteindelijk ook in de supermarkt.
Grillig
En daar begon de ellende. Jan, of liever zijn aardbeien, pasten niet in het systeem. Als de zon een paar weken achter elkaar scheen dan had hij er veel te veel en in andere weken had hij er veel te weinig. Supermarkten en de bank werden heel zenuwachtig van deze grillige, eigengereide producent met zijn mooie, kwetsbare product. Ze duwden en trokken, het paste niet. Er kwam een heuse strawberrymob op het Museumplein in Amsterdam om Jan te helpen. Het baatte niet. Totdat Jan, onze aardbeienkoning, zich vorig najaar genoodzaakt zag om zijn bedrijf te stoppen. Nu is de stekker uit je bedrijf trekken wellicht een kille administratieve handeling. Maar hoe trek je de stekker uit 16.000 aardbeienplanten? Hoe trek je de stekker uit honderden consumenten die houden van Jan en zijn aardbeien?   Hoe trek je de stekker uit een man die met hart en ziel leeft voor zijn vak?
Daarop bedachten Jan en Gerrit Jan Groothedde (alias de Eetschrijver) het concept Aardbeienacademie. Het idee is even simpel als revolutionair: consumenten kunnen intekenen op de Academie, halen een x-aantal aardbeienplantjes van Jan en krijgen instructies hoe ze thuis die plantjes tot bijna zulke lekkere aardbeien kunnen grootbrengen als wanneer Jan dat zelf had gedaan. Zodat er straks op een paar honderd plekken in Nederland, in plaats van in dat ene Brabantse dorp, goddelijke aardbeien te proeven zijn. Als dat geen ‘democratisering’ van ons voedselsysteem is, dan weet ik het ook niet meer.
Vandaag was de kick-off van de Aardbeienacademie. Dus toog ik richting het Brabantse dorp om mijn plantjes op te halen. De zon scheen uitbundig, Gerrit Jan Groothedde zong en speelde Strawberryfields Forever op zijn elektrische gitaar, Jan gaf uitleg aan ieder die het horen wilde hoe je de planten in de grond of de pot moest stoppen. Ik was blij en een beetje mismoedig tegelijkertijd. Blij om te zien dat zoveel mensen de moeite nemen om de met liefde gekweekte planten van Jan onder hun hoede te nemen. Kennelijk kun je de ‘drank wel uit de man halen, maar de man niet uit de drank’ (of was het andersom?). Maar mismoedig om mee te maken dat supermarkten en banken de dienst uitmaken in Nederland. Dat zo’n fantastische kweker in ons huidige voedselsysteem niet kan overleven. Dat het nog vele jaren zal duren voordat grillige, echte producten – of misschien wel het leven zelf - een plekje in ons bestel kunnen krijgen.  

3 opmerkingen:

  1. Super stuk! ik ben het vooral eens met je laatste stukje, de mismoedigheid.....
    Blijkbaar verkiest de meerderheid van de Nederlandse consument nog steeds de smaakstoffen boven Echte smaak!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Diep triest hoe deze dingen gaan.

    Stuit toevallig vanmorgen op lesmateriaal wat op de school van mijn jongste zoon (9) is gebruikt om les te geven over voeding en gezondheid.

    Een kleurrijke, vrolijke brochure met als titel "Ik eet het beter". Afzender Albert Heijn... Kort citaat: "Halvarine smeer je elke dag op je brood.."

    Uiteraard heeft AH hier goed over nagedacht. Kinderen worden niet daadwerkelijk aangezet om producten te gaan kopen, maar op deze manier positioneert AH zich wel heel subtiel en heel effectief als onbetwistbare autoriteit op gebied van informatie over voeding en gezondheid.

    Dit alles stimuleert mij in elk geval om met nog meer energie mijn schouders te zetten onder mijnkoejouwkoe.nl en daarnaast ga ook de schooldirecteur maar eens even een mailtje sturen.

    BeantwoordenVerwijderen