donderdag 13 oktober 2011

In de bonen (1)

Als een van de initiatiefnemers van de #bonenestafette, had ik gisteren en vandaag het estafettestokje stevig vast. En nu maken jullie gelijk kennis met mijn zwakke punt: ik ben geen culi. Waar anderen ogenschijnlijk (of scheppen zij dit beeld van zichzelf op twitter?) hele dagen in de weer zijn met recepten, dingen uitproberen, stoofschotels die uren pruttelen op het fornuis of in de oven, vers gedraaide bonenkroketten of dubbel gedopte tuinbonen, ben ik een tamelijk rechttoe-rechtaan koker. Liefst vers, dat wel. En op duurzaamheid let ik – uit de aard der zaak – ook. Maar ik schaam mij er niet voor mijn linzen, bonen, capucijners of ander bonenspul gewoon uit een potje te halen. Sterker nog: ik kan mij niet heugen dat ik bonen in de week heb gezet. Ik heb tenslotte nog een heleboel meer te doen in mijn leven dan koken en eten.

dinsdag 11 oktober 2011

Hoe ik oversprong op bonen

Ik weet het nog precies. Het was een mooie, warme avond in april. Ik had in Driebergen gegeten met een vriendin en we zaten buiten in de tuin. Op de terugweg nog wat twitteren om de tijd te doden en daar gebeurde het. Een paar voedselfanaten was met elkaar in discussie over het eiwitgehalte van peulvruchten. En dat het toch merkwaardig was dat weinigen de boon op waarde schatten. Ik realiseerde me met een schok dat ik, hoewel ik zo’n twintig jaar van mijn leven nauwelijks vlees had gegeten, ik ook vrijwel geen bonen consumeerde. Dat is raar! Binnen tien minuten groeide op twitter,  inmiddels aangemoedigd door Willem & Drees en de Bruine Bonenbende en vele anderen, het plan om 40 dagen bonen te gaan eten. Dit als vervolg op mijn vorig jaar rond deze tijd gestartte zoektocht ’40 dagen duurzaam eten’.

zaterdag 27 augustus 2011

Weg van de Mac: the Food Co-op

Wat in Portland niet lukte omdat we eenvoudigweg met onze camper niet in de smalle straatjes konden manoeuvreren, valt ons in Port Townsend zomaar ten deel: een bezoek aan een heuse voedselcoöperatie. Een wat? Jawel een voedselcoöperatie, een People’s supermarket zo je wilt. Een winkel die eigendom is van een vereniging van klanten, die samen voedsel inkopen, de winkel beheren en ook samen bepalen wat het assortiment zal zijn. Waar in Nederland schoorvoetend een paar van deze consumenten-coöperaties (boerencoöperaties kennen we hier al veel langer) het daglicht zien en vrijwilligers bestellingen ontvangen en verspreiden, zijn in Amerika al vele jaren dit soort coöperatieve winkels actief. 

zaterdag 13 augustus 2011

Weg van de Mac: the Famers Market

Zowat elk zichzelf respecterend stadje in Noord-West Amerika (op andere plaatsen ongetwijfeld ook) heeft zijn eigen farmers market. Je moet als voorbij trekkende toerist natuurlijk maar net geluk hebben dat die markt plaatsvindt op het moment dat jij het stadje aandoet, maar dat geluk hadden we in Port Angeles. Deze havenstad, met verbindingen naar Canada, Seattle en eilanden daar tussenin, ligt in het uiterste noordwesten van Washington. Er is zelfs een heuse Washington State Farmers Market Associaton (WSFMA), om te onderstrepen dat de verkoop van lokaal voedsel niet zomaar wat gehobby is van een paar plaatselijke boeren en enthousiaste consumenten. De market in Port Angeles bevindt zich op een overdekt terreintje, op 2 minuten lopen van de haven. Zomer en winter staan hier zo’n twintig kramen gemoedelijk bijeen om vaste klanten en toeristen te trekken met verse groenten, kazen, vlees en andere heerlijkheden uit de streek. De sfeer houdt het midden tussen een Franse boerenmarkt, de Pure Markt uit Nederland, de Underground Boerenmarkt en de Parade. Dit alles overgoten met het onverbetelijke Amerikaanse enthousiasme. “How’s it going today?”. “ Would you like to taste a really fresh strawberry?”. Waarna je bijna als vanzelf even later wegloopt met een klein bakje aardbeien voor 5 dollar.  Maar het moet gezegd: ze smaken oneindig veel beter, zachter en zoeter dan het harde spul dat we tot nu toe uit de supermarkt betrokken.

vrijdag 5 augustus 2011

Weg van de Mac: The New Season's Market

Ik kan er niet over uit. In het land dat toch vooral bekend staat om zijn enorme hoeveelheden vetten en koolhydraten, overgewicht en smakeloze fastfoodketens als Subway, Pizza Hut en Taco Bell, blijkt  zich ongemerkt een ware voedselrevolutie te hebben afgetekend. Neem nu Portland. Hoofdstad van Oregon met zo’n 580.000 inwoners, vergelijkbaar met Rotterdam. Goed voedsel is hier in korte tijd onderdeel geworden van de stadscultuur. Met maar liefst 35 (!) lokale bierbrouwerijen, talloze kleinschalige coffeeshops, foodcarts waar je het verse eten zo uit caravans en vrachtwagens aan de straat koopt, food-coöps en farmers market’s struikel je hier werkelijk over het verse eten. We hebben helaas net het Organic Brewers Festival misgelopen met de lekkerste biologische biertjes, als we uit onze ooghoeken een aangenaam groen geverfde winkel waarnemen.

zondag 31 juli 2011

Weg van de Mac: Safeway

Ik kan het niet helpen. Ik word echt blij van een bezoek aan een supermarkt op vakantie. Met verbazing, plezier en soms ontzetting rijd ik met mijn kar langs schappen vol onbekende producten. Op zoek naar tandpasta of kwark (na een week kwam ik er achter dat die hier sour cream heet) die een beetje lijkt op zoals ik het gewend ben. Ik vergaap me doorgaans aan alles dat anders is dan thuis. Mijn vriendin Youetta heeft meer talent voor streekproducten, mooie kazen, de enige juiste droge worst, de beste prizewinning lokale wijn en zo meer. Zo verdelen we de taken een beetje.
Een bezoek aan een Amerikaanse supermarkt is hoe dan ook een happening. Nog afgezien van de grootte (mijn Albert Heijn in Culemborg lijkt er een minuscuul buurtsupertje bij), stemt de manier waarop de Amerikanen hun waren aanprijzen mij buitengewoon vrolijk. Op de een of andere manier is shoppen en eten hier toch meer gericht op fun dan bij ons.

zondag 24 juli 2011

Weg van de Mac: Organic in Berkeley

Dat Berkeley, als alternatieve studentenstad onder de rook van San Francisco, iets met duurzaamheid zou hebben, dat had ik wel verwacht. Maar dat het je op elke straathoek duidelijk gemaakt zou worden hoezeer ze daar bezig zijn de planeet te redden, daar stond ik wel een beetje van te kijken. Het begint als als je de BART (de lokale metro) uitkomt en bijna besprongen wordt door studenten met t-shirts en handtekeningenformulieren tegen allerlei onrecht in de wereld. Aan de overkant van de straat een prominent gebouw, getiteld Yoga for the People. Is dit een statement, een verkapte aanklacht? De lokale coffeeshop doet ook een duit in het zakje met haar statements over het fair en organic assortiment.

zondag 17 juli 2011

Weg van de Mac: the Ferry Building Market Place

Tijden veranderen. Een markthal met lokaal en echt eten in de top 5 van te bezoeken plekken in een van de grootste steden van Amerika? Maar het is overduidelijk. The Ferry Building Market Place in San Francisco is the place to be. Dat betekent dus dat mijn vriendin Youetta en ik op dag 1 van ons verblijf in de States hier onze opwachting maken. Het majestueuze gebouw met opvallend hoge klokkentoren, ooit in gebruik als vertrekhal voor veerbootpassagiers met in hoogtijdagen 50.000 passagiers per dag, rijst statig op aan het voorgelegen plein. Het scheidt het financial district van San Francisco van de naastgelegen baai. De paar ferry’s die er nu nog dagelijks vertrekken rechtvaardigen niet de aanwezigheid van dit immense gebouw. Reden waarom men na de aardbeving van 1989 waarbij het gebouw aanzienlijke schade opliep, besloot het roer volledig om te gooien en er een overdekte markthal voor voedsel van te maken.

maandag 30 mei 2011

Bottom-up koken met kleuren

Ik heb gisteren heel veel geleerd op het Fabulous Food Festival in Haarlem. Niet zozeer over wat er allemaal kan met bonen, verse groenten, kruiden en allerlei andere heerlijkheden die de natuur ons biedt. Als wel over wat er allemaal mogelijk is als je een groep willekeurige mensen bij elkaar zet om een maaltijd te koken voor een onbekend aantal deelnemers, zonder enig recept. En zonder te weten met welke ingrediënten je gaat koken en of er wel genoeg zal zijn. Dat lekker eten veel met democratie te maken heeft, dat wist ik al. Maar dat er zulke mooie dingen in een keuken kunnen ontstaan zonder enige vorm van structuur, dat had ik nog niet eerder meegemaakt.
Wat was het geval? De workshop voor koks die Urgenda, de Youth Food Movement en kok Eric van Veluwen (Valeouwe) van plan waren te geven,  moesten we wegens gebrek aan belangstelling afzeggen. Was het programma op de zondag te lastig te combineren met het gezinsleven? Hebben we niet hard genoeg aan werving gedaan? Of was het watervrees voor het onbekende?

vrijdag 15 april 2011

Niet lullen maar poten

Niet lullen, maar poten. Dat is zo ongeveer het motto van de tijdelijke stadsmoestuin ‘Pluk & Proef’ die op 14 april in Dordrecht van start ging. Bewoners en leerlingen van het Leerpark, een innovatieve Dordtse stadswijk, gingen aan de slag om op een braakliggend terrein vruchten, kruiden en bloemen te planten en zo meer groen tussen al het steen te creëren. Nu zouden daar in Amsterdam, zo is mijn stellige overtuiging, toch vele rondes besluitvorming en haalbaarheidsstudies aan vooraf zijn gegaan. In Dordrecht rijden ze bijna linea recta naar het tuincentrum. De gemeente vindt het tijdelijk okay, de plaatselijke afvalcentrale HVC (eigenlijk een Alkmaars bedrijf) doneerde compost en mengde dit met de grond. De palen en het hekwerk komen van weer een andere vriendelijke leverancier en voor je het weet heb je gewoon een klein wonder gecreëerd.

zaterdag 2 april 2011

Over democratische aardbeien & het leven zelf

Velen geloven dat de enige manier is om naar een gezond en duurzaam voedselsysteem te komen, de macht over voedsel weer terug te geven aan mensen. Zodat mensen zelf kunnen bepalen op welk moment ze wat willen eten. Op dit moment bepaalt een handjevol inkoopbedrijven (zes om precies te zijn) wat er in Nederlandse supermarkten ligt en dus wat wij doorgaans eten. En wat eten wij? Veel houdbare en goedkope bulkproducten. Zodat het aanbod in supermarkten het hele jaar door ongeveer hetzelfde is: dezelfde producten tegen ongeveer dezelfde prijzen. Want daar houden de supermarktbazen van: voorspelbaarheid. Van leveringszekerheid, van constante kwaliteit (matig), van een doorstroom van producten die in hoge mate planbaar is.

vrijdag 18 maart 2011

De Hongerige Stad

Het is niet dat het allemaal nieuw is. Delen van het verhaal dat Carolyn Steel vertelt in haar lezing over De Hongerige Stad, zijn elders in te zien of te horen. Over hoe erg het is gesteld met ons wereldvoedselprobleem. Over hoe we enorm veel voedsel naar onze massaal grote steden moeten transporteren. Over hoe we in de loop der jaren mensen in dozen zijn gaan stoppen (flats) en als logisch gevolg daarvan voedsel ook in dozen zijn gaan stoppen (supermarkten). Over hoe die supermarkten daar vervolgens heel efficiënt in zijn geworden en een heleboel eten voor een hele lage prijs verkopen. Over hoe voedsel daar zo massaal wordt aangeboden, dat het letterlijk waardeloos is geworden. Over hoe we dat dus naar binnen smijten (een derde van de maaltijden in US en Engeland is fast-food, 19% wordt in de auto genuttigd) of het in de prullenbak dumpen (de helft van al het voedsel in de US wordt weggegooid).

dinsdag 15 maart 2011

Smaakvolle ontmoeting op Texel

Eten verbindt. Dat werd vorige week donderdag op Texel maar weer eens overduidelijk. De 18-jarige Laura van Veller, leerling van het OSG De Hogeberg in Den Burg, had het initiatief genomen om ondernemers en scholieren bij elkaar te brengen rond het thema ‘lokaal eten’. Met haar enthousiasme bracht ze ruim vijftig mensen op de been die samen een maaltijd kookten van grotendeels Texelse producten en ondertussen plannen maakten voor meer kwaliteitsvoedsel op Texel. En aangezien onder die mensen ook de directeur van de VVV zit, de wethouder, de directeur van de scholengemeenschap, horeca-ondernemers, een teler van zilte groenten, zorgboeren, de voorzitter van Slow Food Texel, een gemeenteambtenaar en nog veel andere enthousiastelingen, is de uitvoering van al die plannen niet eens zo heel ver weg.

dinsdag 4 januari 2011

Over mijn zoektocht naar duurzaam eten

“Duurzaamheid is zorgen voor jezelf, voor anderen en voor de aarde”, zo meldde een collega mij zijn definitie. Met dat in mijn achterhoofd startte ik op 3 oktober een bezinningsperiode van 40 dagen. Ik wilde kijken of ik in een relatief korte tijd een omslag kon maken in mijn denken over duurzaam eten. Nu is natuurlijk de grote vraag: is dat ook gelukt? Ja, is het korte antwoord. Het lange verhaal is dat ik een transformatie heb doorgemaakt in de manier waarop ik tegen eten en tegen duurzaamheid aankijk. En die transformatie is hopelijk blijvend. Ik heb zo veel meer besef gekregen van ons eten dat ik me niet kan voorstellen dat ik terug ga vallen in oude, onduurzame gewoontes. En dit vind ik eigenlijk vele malen relevanter dan de vraag of alles wat ik in die 40 dagen heb gegeten ook op alle vlakken ‘duurzaam’ te noemen was.